The heart of the Matter 2009 - 2011
‘The Heart of the Matter ‘ is een serie van negen gesculpteerde harten. Ik koos voor acht dieren die door de mens worden geconsumeerd, verguisd, vertrappeld, geminacht… Het werk toont hoe mank lopende communicaties leiden tot samenleven in grote eenzaamheid. Eén hart is vervormd, opgeblazen en afgeplat: een mensenhart in arduin. Het narcisme. De mens met zijn hoge eigendunk, soms neigend naar zware zelfoverschatting, in extremis tot pathologisch opgeblazen grootheidsfantasieën.
Vanaf de vroegste tijden tot in het heden, probeert de mens te zoeken naar een logica, een universaliteit in het geheel van wezens die de aarde bevolken. Hij deelde deze wezens op in verschillende classes, ordes, families... al naargelang de vanzelfsprekende verschillen in structuur die in de verschillende ordes te vinden zijn. Zo kan men makkelijk een plaats geven aan een ongekend dier en zijn relatie tot andere wezens bepalen.
Aristoteles (384VC-322VC) was de eerste die een poging ondernam om een dergelijke classificatie van de dierenwereld op te maken. Hij deelde de wereld op in de ‘vertebreata’ -wezens met rood bloed- en de laagste orde, de bloedelozen of wat we nu ongewervelden noemen. Carolus Linneaus(1707-1777) was een Zweeds arts, geoloog, plantkundige en zoöloog. Hij nam de bloedsomloop als grond voor zijn 'ordening' en maakte een onderverdeling in drie grote secties: warmbloedigen, koudbloedigen en ‘Vermes’ of wormen, die geen bloed hadden. Hij had met zijn indeling een heel grote invloed op de biologische taxonomie, maar al vlug ontdekte men dat het bloedsomloopsysteem véél te variabel was, om als basis te kunnen dienen voor een dergelijke grote classificatie, een meer permanent criterium werd gezocht om zijn plaats te kunnen innemen.
John Hunter (1728-1793) probeerde voor zijn classificaties zowat alle organen uit. Zijn indeling van de dierenwereld al naargelang de structuur van het hart, was veel meer uitgediept dan die van Linneaus. Er waren vijf secties: dieren met een hart in vier compartimenten: zoogdieren en vogels, in drie compartimenten: reptielen en amfibieën, in twee compartimenten: vissen en de meeste ‘mollusca’, hart uit één deel: geleedpotigen, en tenslotte dieren waarbij hart en maag hetzelfde orgaan zijn: de medusae.
Ik had een vissenhart, een schildpadhart, een mensenhart en een insectenhart! Ik had onbedoeld de onderverdeling van Linneaus én van Hunter in mijn reeks. Het hart van de Noordzee was de poëtische start, de volgende harten hadden blijkbaar ook een logisch wetenschappelijke volgorde. Kunst en wetenschap .
Vanaf de vroegste tijden tot in het heden, probeert de mens te zoeken naar een logica, een universaliteit in het geheel van wezens die de aarde bevolken. Hij deelde deze wezens op in verschillende classes, ordes, families... al naargelang de vanzelfsprekende verschillen in structuur die in de verschillende ordes te vinden zijn. Zo kan men makkelijk een plaats geven aan een ongekend dier en zijn relatie tot andere wezens bepalen.
Aristoteles (384VC-322VC) was de eerste die een poging ondernam om een dergelijke classificatie van de dierenwereld op te maken. Hij deelde de wereld op in de ‘vertebreata’ -wezens met rood bloed- en de laagste orde, de bloedelozen of wat we nu ongewervelden noemen. Carolus Linneaus(1707-1777) was een Zweeds arts, geoloog, plantkundige en zoöloog. Hij nam de bloedsomloop als grond voor zijn 'ordening' en maakte een onderverdeling in drie grote secties: warmbloedigen, koudbloedigen en ‘Vermes’ of wormen, die geen bloed hadden. Hij had met zijn indeling een heel grote invloed op de biologische taxonomie, maar al vlug ontdekte men dat het bloedsomloopsysteem véél te variabel was, om als basis te kunnen dienen voor een dergelijke grote classificatie, een meer permanent criterium werd gezocht om zijn plaats te kunnen innemen.
John Hunter (1728-1793) probeerde voor zijn classificaties zowat alle organen uit. Zijn indeling van de dierenwereld al naargelang de structuur van het hart, was veel meer uitgediept dan die van Linneaus. Er waren vijf secties: dieren met een hart in vier compartimenten: zoogdieren en vogels, in drie compartimenten: reptielen en amfibieën, in twee compartimenten: vissen en de meeste ‘mollusca’, hart uit één deel: geleedpotigen, en tenslotte dieren waarbij hart en maag hetzelfde orgaan zijn: de medusae.
Ik had een vissenhart, een schildpadhart, een mensenhart en een insectenhart! Ik had onbedoeld de onderverdeling van Linneaus én van Hunter in mijn reeks. Het hart van de Noordzee was de poëtische start, de volgende harten hadden blijkbaar ook een logisch wetenschappelijke volgorde. Kunst en wetenschap .
Harten
Toen wij leefden, zeggen de harten,
foeriers waren wij, boodschappers
van ook het lichtste.
Orakels die aanzegden
belofte, genezing, rust.
Ach, naamloze dansers waren wij
van een beweging die voor ons
begon, kameniers van een tijd
die anders onzichtbaar bleef,
en nu kon wandelen, pronken
met een lichaam.
En, zeggen de harten, nu
we zo tentoon staan, zo opgericht
in het licht van glas en van haar handen,
wil niet voorbijgaan, maar ons helpen,
wij moeten onszelf opnieuw begrijpen.
Zijn we van de steen, of van haar oorsprong?
Horen we onze stilte, of die van de storm?
Is dit glanzen van ons warmte,
of het zwijgen dat bij alle dood
achterblijft, en waakt, en wacht?
Zijn wij herinnering of verlangen?
Guido Vanhercke
Campo Santo, 7-10-2011
foeriers waren wij, boodschappers
van ook het lichtste.
Orakels die aanzegden
belofte, genezing, rust.
Ach, naamloze dansers waren wij
van een beweging die voor ons
begon, kameniers van een tijd
die anders onzichtbaar bleef,
en nu kon wandelen, pronken
met een lichaam.
En, zeggen de harten, nu
we zo tentoon staan, zo opgericht
in het licht van glas en van haar handen,
wil niet voorbijgaan, maar ons helpen,
wij moeten onszelf opnieuw begrijpen.
Zijn we van de steen, of van haar oorsprong?
Horen we onze stilte, of die van de storm?
Is dit glanzen van ons warmte,
of het zwijgen dat bij alle dood
achterblijft, en waakt, en wacht?
Zijn wij herinnering of verlangen?
Guido Vanhercke
Campo Santo, 7-10-2011